donderdag 6 maart 2014

Tour de France

Vraag 47 CITO-voorbeeldrekentoets 3F van 2013.
HAVO: 9% VWO: 29%:

q9509img1.gif

Hoe pak je dat aan?

De snelheid is gelijk aan de afstand gedeeld door de tijd. Het gaat hier om de snelheid in kilometer per uur, dus je moet het aantal kilometers delen door het aantal uur. De afstand is 15 km. De tijd is 19 minuten, 32 seconden en dan nog 51 seconden, dus 19 minuten en 83 seconden. Maar hoeveel uur is dat? Het aantal minuten moet je dan delen door 60 en het aantal seconden door 3600, dat tel je op en dan weet je de tijd in uren.
  1. Wat is de afstand?
    De afstand is 15 km.
  2. Wat is de tijd?
    De tijd is 19 minuten en 83 seconden.
  3. Hoeveel uur is 19 minuten en 83 seconden?
    Dat is 0,33972 uur.
  4. Deel 15 door 0,33972... en je krijgt 44,15372... km/uur.
  5. Afronden op 1 decimaal geeft dan 44,2 km/uur.
Al met al is dat nog niet eenvoudig. Met je rekenmachine kan dat in één keer:
  • 15/(19/60+83/3600) = 44,2 km/uur
Daar was ie weer: het vijfstappenplan. Deze vraag is niet zo goed gemaakt. Gek he?:-(

In de komende weken zal ik nog 's wat vaker kijken naar de resultaten van de CITO voorbeeldrekentoets. Wat waren de moeilijke vragen? En waarom?