woensdag 5 maart 2014

Bollen

Bij vraag 57 uit de CITO-voorbeeldrekentoets 3F van 2013 geven 10% van de HAVO-leerlingen en 21% van de VWO-leerlingen het juiste antwoord:

q9502img1.gif

Hoe pak je dit aan?
Misschien is het handig om een schets te maken?

q10042img1.gif 
  • Elke bol heeft een vierkantje nodig van 10x10 cm.
  • Bij 1,50 m bij 1,80 m kan je dan 15×18=270 bollen kwijt.
Je kunt het plaatje uit de vraag gebruiken als 'testgeval'. De tekening is een beetje verwarrend vanwege de pijltjes, maar zie je dat je dan bij 3 bij 3 bollen een 'tuintje' nodig hebt van 30 cm bij 30 cm.

q10042img2.gif

Verzin 't maar 's... De diepere bedoeling van deze vraag ontgaat me, eerlijk gezegd, een beetje. Wat zou hier worden getoetst? Probleemaanpak? IQ? Iets anders?

In de komende weken zal ik nog 's wat vaker kijken naar de resultaten van de CITO voorbeeldrekentoets. Wat waren de moeilijke vragen? En waarom?